Raadsinformatiebrief horeca: Terras in de winter (deel 2)
Indiendatum: 24 okt. 2023
N.a.v. de antwoorden stellen we graag nog wat verduidelijkende vragen:
1. Het college is voorstander van het stimuleren van het gebruik van alternatieven en daarmee een geleidelijke uitfasering. Binnen hoeveel jaar ziet het college deze uitfasering plaatsvinden?
2. Heeft het college al een stappenplan om deze geleidelijke uitfasering mogelijk te maken? Zo ja, waar kunnen we dit vinden?
3. Ondernemers krijgen de komende jaren met een aantal maatregelen te maken die genomen worden in het kader van de energietransitie. Een eventueel verbod op gasheaters moet dan ook in een breder perspectief van maatregelen bekeken worden, en de impact van die maatregelen voor ondernemers. Wat is het plan van het college om te onderzoeken wat de impact van die maatregel is?
4. We zien in de praktijk dat horecaondernemers opzoek zijn naar alternatieven. Zo is op een aantal terrassen in het winterseizoen 2022-2023 de gasheater al niet meer geplaatst. Ondernemers gaan opzoek naar alternatieven vanwege de fluctuerende en hoge gasprijzen of omdat zij zelf zo duurzaam mogelijk wensen te ondernemen. Alternatieven voor gasheaters komen daardoor in beeld. Dit zal naar verwachting leiden tot een geleidelijke uitfasering van de gasheaters. Wat is het percentage van ondernemers die voorheen wel de gasheater plaatste en nu niet meer? Welke geluiden krijgt het college van de ondernemers over het overschakelen naar de alternatieven?
5. Om andere vormen van verwarmen te stimuleren is er dit jaar een stimuleringsregeling voor energiebesparende maatregelen. Verschillende horecaondernemers hebben hiervan gebruik gemaakt, bijvoorbeeld voor de aanschaf van warmtekussens. Er is nog budget over en tot het eind van dit jaar kunnen horecaondernemers hier nog steeds gebruik van maken. Hoe stimuleert het college de ondernemers om gebruik te maken van deze regeling? Hoe zou het volgens het college kunnen dat er nog budget over is in deze tijd van energienood? Specifiek voor de terrassen zullen we op korte termijn vragen aan het Ondernemersfonds en KHN-afdeling Breda via hun kanalen opnieuw horecaondernemers te wijzen op de stimuleringsregeling. Is dit al gebeurd gezien de urgentie ter voorbereiding die ondernemers al moeten treffen voor de winter terrassen?
6. Ook de consument kan hierin een keuze maken en zo ondernemers stimuleren duurzamere opties te bieden. kunnen bijvoorbeeld vragen om de gasheater uit te zetten of kiezen voor een ander terras met duurzame oplossingen om het comfort in de winter te vergroten Is het college hiermee dus van mening dat de verantwoordelijkheid bij de Bredase burger ligt om de verduurzaming te stimuleren?
Indiendatum:
24 okt. 2023
Antwoorddatum: 11 okt. 2023
Vraag 1.
Binnen hoeveel jaar ziet het college deze uitfasering plaatsvinden?
Vraag 2.
Heeft het college al een stappenplan om deze geleidelijke uitfasering mogelijk te maken? Zo ja, waar kunnen we dit vinden?
Antwoord 1. en 2.
Wij zijn van mening dat stimuleren van ondernemers om over te stappen op meer duurzame vormen van het vergroten van comfort op een terras in de winter beter werkt dan verbieden; het in één keer overstappen op elektrische vormen van terrasverwarming vormt een extra last voor het elektriciteitsnet, waar zoals u vermoedelijk weet, momenteel sprake is van netcongestie. Ook ontbreekt een permanente energievoorziening bij de meeste terrassen, die niet gelegen zijn direct tegen de gevel van het horecabedrijf. Er kan momenteel dus helaas geen goed alternatief geboden worden. Hoeveel jaar het vraagt om de horeca volledig over te gaan op andere vormen van verwarmen kunnen wij niet aangeven. Wij sturen momenteel niet op die verandering. In het antwoord op vraag 3 gaan we hier verder op in.
Vraag 3.
Wat is het plan van het college om te onderzoeken wat de impact van die maatregel is?
Antwoord 3.
De impact van een eventueel verbod op gasheaters is dat ondernemers te maken krijgen met een extra maatregel, die bovenop de lijst komt met verplichtende maatregelen om de uitstoot van CO2 terug te dringen (Activiteitenbesluit). De ondernemer heeft waarschijnlijk al met kosten te maken om te voldoen aan de maatregelen uit deze lijst. Daar zou dan een investering bovenkomen in een alternatieve vorm van verwarmen van de terrasbezoeker.
Indien besloten wordt tot een verbod op gasheaters dan zal een redelijke overgangstermijn gehanteerd moeten worden om ondernemers de gelegenheid te geven zich aan te passen en de reeds gedane investering terug te verdienen. De duur van de overgangstermijn zal bepaald moeten worden, bijvoorbeeld door een onderzoek te doen naar de investering die gedaan is in gasheaters en de kosten voor de overstap op een alternatief. Ondernemers moeten bovendien daar de financiering voor rond kunnen krijgen. In een onderzoek in opdracht van de gemeente Den Haag wordt deze financiering een struikelblok genoemd: “Volgens [horecaondernemers] komt financiering vaak niet tot stand omdat banken/investeerders het als een te groot risico zien dat een horecaondernemers failliet gaan, en de alternatieven voor terrasverwarmers een te lage economische waarde hebben om als onderpand te fungeren.” In meerdere steden is onderzoek gedaan naar terrasverwarmers.
Specifiek voor de Grote Markt-Zuid geldt dat hier een gasleidingennet is aangelegd met toevoer van gas vanuit de horecazaak naar het terras. Dit is in 2009 aangelegd. Tussen gemeente en ondernemers is hiervoor een privaatrechtelijke overeenkomst afgesloten. Deze loopt nog tot begin 2027 en wordt steeds automatisch met vijf jaar verlengd. Een overeenkomst kan niet zonder consequenties ontbonden worden voor 2027.
Vraag 4.
a. Wat is het percentage van ondernemers die voorheen wel de gasheater plaatste en nu niet meer?
b. Welke geluiden krijgt het college van de ondernemers over het overschakelen naar de alternatieven?
Antwoord 4.
De gemeente houdt geen gegevens bij over de wijze van verwarmen van een terras en dus ook niet over de aanpassing van de ene energiebron naar de andere. Hierover hebben ondernemers nooit een melding hoeven doen bij de gemeente, dan wel toestemming moeten vragen. Wel spreken we zeer geregeld met de horeca en hun belangenvertegenwoordigers. Uit die contacten halen we op dat er ondernemers zijn die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan. Uit deze gesprekken hebben we bijvoorbeeld vernomen dat er behoefte is aan een energievoorziening op het terras, zodat ze eenvoudiger kunnen overstappen op elektrische heaters. Hetzelfde onderzoek in opdracht van gemeente Den Haag spreekt over vier type ondernemers die herkenbaar zijn in de transitie: innovators, early adopters, majority en de laggards. De beleidsinstrumenten dienen aan te sluiten bij de fase waarin de transitie zich bevindt. Dat sluit tevens goed aan op het draagvlak voor alternatieven. We zijn van mening dat de subsidieregeling die er nu is aansluit bij de fase waarin de horeca zich op dit punt bevind, de fase van de early adopters.
Vraag 5.
a. Hoe stimuleert het college de ondernemers om gebruik te maken van deze regeling?
b. Hoe zou het volgens het college kunnen dat er nog budget over is in deze tijd van energienood?
c. Is dit al gebeurd gezien de urgentie ter voorbereiding die ondernemers al moeten treffen voor de winter terrassen?
Antwoord 5.
In de week van 24 oktober is een poster campagne gelanceerd om ondernemers er op te wijzen dat er nog hulp beschikbaar is. Er is onlangs een column verschenen met informatie hierover. Deze is gepubliceerd op Breda Vandaag en in ondernemersbijlage bij Stadsblad of Bode. Ook is vanuit BredaBusiness een roadshow langs bedrijven georganiseerd om aandacht te geven aan alle subsidieregelingen die de gemeente heeft voor ondernemers. Deze extra aandacht heeft de afgelopen weken alweer tot enkele extra subsidie aanvragen, in de brede zin van de regeling, geleid.
Door de drukke zomermaanden bij ondernemers is mogelijk het onderwerp naar de achtergrond verdwenen en met het dalen van de temperatuur verwachten we dat de aandacht voor dit onderwerp weer terug komt. Daarom is dit het moment, nu de verwarming weer aangaat, hét moment om de stimuleringsregeling weer in herinnering te brengen. Dat doen we dus met de extra publiciteit die nu gegenereerd wordt. Om de doelgroep ‘horecabedrijven’ te bereiken is via het Stichting Ondernemersfonds Breda (Chainels) en KHN afdeling Breda het bericht verspreid.
Vraag 6.
Is het college hiermee dus van mening dat de verantwoordelijkheid bij de Bredase burger ligt om de verduurzaming te stimuleren?
Antwoord 6.
“Samen zetten we de knop om”, zo luidt de campagne van de Rijksoverheid. Iedereen kan daarin een stapje doen; overheid, ondernemers én burgers. Indien meer terrasbezoekers vragen om een duurzame comfortelementen (dekentjes, warmtekussens, elektrische verwarming) betekent dit een veranderende klantbehoefte en doorgaans spelen ondernemers daarop in. Zo kan de terrasbezoeker bijdragen aan de gewenste verandering.
Interessant voor jou
Zure lucht en grasmat na Duikboot festival
Lees verderDrugsdumpingen in het buitengebied
Lees verder