Drugs­dum­pingen in het buiten­gebied

Indiendatum: 10 nov. 2023
Antwoorddatum: 11 dec. 2023

Vraag 1.
Kunt u ons meenemen in welk beleid momenteel gevoerd wordt in het voorkomen van drugsdumpingen? Op welke manier worden hier de bewoners in het buitengebied bij betrokken? Op dit moment zien we nog veel dumpingen, wat zijn de cijfers omtrent drugsdumpingen in de Bredase gemeente van de afgelopen 5 jaar?

Antwoord 1.
In Breda zetten we continu in op het verstoren van criminele bedrijfsprocessen en het vergroten van de weerbaarheid tegen ondermijnende criminaliteit. Drugsdumpingen zijn een uitwas van ondermijnende criminaliteit meer specifiek de drugsindustrie. Door(integrale) controles en handhaving, de inzet van extra ondermijningsboa's, het uitvoeren van bewustwordingscampagnes en het verbreden van de mogelijkheden om het BIBOB-instrument toe te passen pakken we deze criminaliteit aan. Daarnaast kijken we of we nog meer gebruik kunnen maken van (digitale) hulpmiddelen, zoals testapparatuur en drones.

De komende tijd bouwen we samen nadrukkelijk voort op de bestaande aanpak. Deze bestaat enerzijds uit de aanpak van de georganiseerde ondermijnende drugscriminaliteit op het gebied van cocaïne, synthetische drugs, hennep, witwassen en mensenhandel. Anderzijds is de aanpak preventief en gericht op het vergroten van de weerbaarheid van de overheid en de samenleving. Inmiddels is een regionaal versterkingsplan ondermijning met grote betrokkenheid en inbreng van onze partners opgesteld. Hieruit is een rode draad gekomen met vier focusthema's, te weten: logistiek en transport, criminele geldstromen, weerbare samenleving en weerbare overheid. Deze focus kan op het commitment van alle betrokken partners rekenen.

In bijna alle gebieden van Breda zijn daarnaast buurtpreventiegroepen actief. Zo ook in de buitengebieden. In het verleden is daarbij bijvoorbeeld ook specifieke aandacht besteed aan het veilige buitengebied middels de campagne Veilig Buitengebied Hagebeemd. Een traject ingezet vanuit Buurtpreventie Breda. Een van de thema's waaraan we bij Buurtpreventie Breda continu aandacht schenken is ondermijning. Onze rol hierbij is bewoners te informeren, bewust te maken en handelingsperspectief te bieden op het gebied van preventie.

Hiervoor hebben we de volgende middelen die we inzetten in ons Buurtpreventienetwerk:

• De online Drugscrime Challenge.
• Meld Misdaad Anoniem preventie materiaal.
• De VR training signaleren van verdacht gedrag
  

• 2019: 5 dumpingen
• 2020: 2 dumpingen
• 2021: 6 dumpingen
• 2022: 4 dumpingen
• 2023: 9 dumpingen

Vraag 2.
In onze inleiding stellen wij dat de schade van drugsdumpingen groter wordt naarmate deze langer (onopgemerkt) blijven liggen. Welke beleid voert u voor het specifiek zo vroeg mogelijk opsporen van dumpingen?

Antwoord 2.
Graag verwijzen wij u naar het antwoord op vraag 1 en het antwoord op vraag 4.

Vraag 3.
Op de beantwoording van vragen van 066 over drugsdumpingen wordt gesteld dat er informatiebijeenkomsten in het buitengebied georganiseerd worden. Vinden deze nog steeds plaats? Zo ja, wat is het doel van deze bijeenkomsten?
Op welke manier worden inwoners meegenomen in de gevaren van drugsdumpingen voor de natuur, voor dieren en voor de gezondheid van omwonende mensen?

Antwoord 3.
Graag verwijzen wij u hier naar het antwoord op vraag 1.

Vraag 4.
Het afval van de drugsproductie is vaak een mengsel van stoffen waarmee synthetische drugs worden gemaakt. Het RIVM geeft aan dat de schadelijke stoffen van drugsproductie niet standaard worden gemeten in Nederland. Op welke manier wordt er na een dumping onderzocht of het water niet vervuild is? Herkent u het beeld van het RIVM dat er niet standaard op de schadelijke stoffen van synthetische drugs gecontroleerd wordt? Op welke manier kunnen omwonenden inzicht krijgen in de uitkomsten van deze onderzoeken? Worden bewoners actief geïnformeerd over drugsdumpingen die bij hen in de omgeving plaatsvinden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt dit vormgegeven?

Antwoord 4.
Het is juist dat tijdens bodem- en (grond)wateronderzoek drugsparameters niet standaard worden meegenomen. Deze parameters zijn niet opgenomen in het standaard onderzoekspakket conform de NEN. De reden hiervan is dat deze analyses erg specialistisch en duur zijn. Daarnaast mogen veel van deze drugs gerelateerde analyses niet uitgevoerd worden door Nederlandse laboratoriums, maar alleen door de NFI (Nederlands Forensisch instituut). Dit is zo geregeld omdat voor het ijken van de meetapparatuur kleine hoeveelheden grond- en hulpstoffen voor de drugsproductie nodig zijn die laboratoria niet mogen bezitten.

Als er een drugsdumping geconstateerd wordt, zal er als eerste een spoedsanering worden opgestart om de grootste risico's en de verspreiding van schadelijke stoffen weg te nemen. Daarna wordt de bodem en/of (grond)water aanvullend bemonsterd om te bekijken of er na de spoedsanering een restverontreiniging is achtergebleven. Hiervoor wordt een speciaal samengesteld drugsanalysepakket gehanteerd.

Bij drugsdumpingen worden omwonenden niet actief geïnformeerd over de onderzoeken, maar wel over eventuele risico's. Dit wordt gedaan door middel van een informatiebrief of telefonisch contact met de gemeente of onze calamiteitenaannemer. De analyseresultaten van de onderzoeken zijn erg specialistisch en zijn daarmee niet erg informatief voor bewoners.

Vraag 5.
Op welke manier wordt er onderzocht in welke mate de natuur beschadigd is? Wordt er na een dumping een lokaal passend herstelplan geschreven voor de natuur? Op welke manier kunnen omwonenden inzicht krijgen in de uitkomsten van deze onderzoeken?

Antwoord 5.
Na een drugsdumping waarbij de verontreinigde grond tijdens een spoedsanering verwijderd is zal er geen verspreiding van schadelijke stoffen richting de omgeving plaatsvinden. Afhankelijk van de situatie en eigenaar/beheerder zal herstelbeheer plaatsvinden zodat de oude situatie wordt hersteld, wat ook wettelijk geregeld is conform de Wet bodembescherming. Dit is meestal kleinschalig beheer wat wordt meegenomen in het beheerplan van een gebied en waarvoor geen specifiek herstelplan wordt geschreven. Doordat bij sanering vrijwel alle vegetatie verdwijnt is het in de meeste gevallen afwachten tot natuurlijke begroeiing terugkeert. Graag verwijzen wij u hier ook naar het antwoord op vraag 4 voor wat betreft de inzage in de onderzoeken.

Vraag 6.
Op welke manier wordt er onderzocht of het leefgebied van dieren is aangetast? Wanneer dit het geval is, op welke manier worden hier acties op ingezet? Welke dierenwelzijnsorganisaties worden hierbij betrokken? Wordt de stadsecoloog hierbij betrokken? Zo ja, op welke manier? Op welke manier kunnen omwonenden inzicht krijgen in de uitkomsten van deze onderzoeken?

Antwoord 6.
Drugsdumpingen in en rondom de natuur betekenen altijd dat het leefgebied van dieren en planten wordt aangetast. Conform het antwoord op vraag 5 wordt ingezet op het herstel van de leefomgeving en het ecosysteem. Zowel dierenwelzijnsorganisaties als de stadsecoloog zijn hier niet bij betrokken. Soms worden andere terreinbeheerders zoals Staatsbosbeheer of het waterschap wel betrokken als het een drugsdumping betreft die verspreid is over meerdere percelen. Dit heeft ook met de snelheid van het proces te maken waarbij de eerste prioriteit is snel en slagvaardig de verontreiniging te saneren om de risico's en verspreiding te beperken. In geval van drugsdumpingen nabij rust- en verblijfsplaatsen van beschermde soorten kunnen uiteraard andere afwegingen worden gemaakt. Dit heeft zich gelukkig in Breda nog niet voortgedaan.