Vervolg ratten­vragen


Indiendatum: 23 feb. 2024

Op 17 januari 2024 gaf u antwoord op de door D66 en LPF gestelde vragen aangaande rattenoverlast in de Haagse Beemden en in mei 2022 op technische vragen van de VVD over preventie ratten- en muizenplagen. De antwoorden op deze vragen baarden onze partij zorgen aangaande het welzijn van deze en andere dieren die gevangen worden wanneer mensen overlast ervaren. Daarom de volgende vragen.

Over de antwoorden ’24:

  1. “Enkele weken geleden zijn wij, naar aanleiding van een melding van een kinderopvangorganisatie, langs geweest om advies te geven.”
    1. Wie zijn “wij”? (Is dit bijvoorbeeld een gezondheids- en/of dierenwelzijnexpert, een ambtenaar, een derde, ingehuurde partij?)
    2. Vanuit welke gemeentelijke verantwoordelijkheid/bevoegdheid en welk budget wordt dit advies gegeven?
  2. “De kinderopvang heeft het advies opgevolgd en een aantal ratten gevangen.”
    1. Heeft de gemeente Breda de kinderopvang geadviseerd om wat te doen met de ratten na het vangen? Wat was dit advies?
    2. Adviseert de gemeente Breda in het algemeen over wat te doen met ratten (maar ook muizen) na vangst? Waar kan dit advies uit bestaan?
    3. Heeft het college zicht op wat de kinderopvang daarna met de ratten heeft gedaan? Zo ja, vindt het college het ethisch verantwoord? Zo nee, vindt het college het wenselijk om te monitoren hoe mensen die overlast ervaren van ratten deze dieren “bestrijden”?
    4. Heeft het college überhaupt zicht op de maatregelen die mensen allemaal nemen om ratten te bestrijden? Zo ja, welke maatregelen zijn dit? En zijn dit volgens het college diervriendelijke maatregelen? Zo nee, waarom niet?
  3. “...Als de overlast dan nog zou aanhouden zouden wij, in de openbare ruimte naast het eigen terrein van de kinderopvang, hierop inzet plegen….” en "..Als er sprake is van een overlast gevende situatie, wordt vervolgens het vangsysteem zelf geactiveerd, waarbij ratten in een val terecht komen.”
    1. Welke inzet zou dit dan zijn? Wordt er dan gerefereerd aan de preventieve maatregelen zoals in antwoord 6 beschreven, of zijn dit ook niet-preventieve maatregelen? Hoe worden de ratten gevangen en waar komen ze na het vangen terecht? Worden ze bijvoorbeeld gedood?
    2. Wat vindt het college van deze methodiek en ziet het college alternatieven voor het doden van ratten? Bijvoorbeeld het vrijlaten in een ander gebied.
    3. Wanneer vindt het college het vangen en doden van een rat ethisch verantwoord? In andere woorden, wat is een rattenleven in de ogen van het college waard?
    Over de antwoorden ’22:
  4. In uw beantwoording van de technische vragen van de VVD in mei 2022 zei u dat de gemeente Breda geen “bestrijding” meer uitvoert bij derden en alleen op openbaar terrein, en dat bewoners en bedrijven makkelijker een bedrijf inschakelen.
    1. a. Vindt het college deze situatie wenselijk?
    2. b. Sinds 2023 is de wetgeving rondom rattengif strenger geworden, echter, gecertificeerde bedrijven mogen nog wel binnen rattengif inzetten. Weet het college of dit (de bedrijven die de bewoners inzetten dus) bedrijven zijn die dieronvriendelijke methoden gebruiken zoals doding en pesticiden?
  5. Tevens benoemde u in deze antwoorden dat preventief de gemeente niet veel kan doen. Dat is in strijd met de antwoorden gegeven op de raadsvragen van D66 en LPF (“Er zijn voldoende mogelijkheden om overlast te bestrijden en voorkomen.”). Hier dus nog een poging: Op welke manier zorgt de gemeente er zelf voor dat er wordt voorkomen dat het ecosysteem zo verstoord wordt dat er overlast wordt ervaren van ratten/muizen?
  6. Wat heeft het college nodig van de raad om zelf, of faciliterend voor anderen om, diervriendelijker met dit soort situaties (lees, mens-dier-conflicten) om te gaan?