Kapot­ge­schoten maar nog niet dood

Indiendatum: 7 mei 2025

Geacht College,

Vorige week kregen wij lucht van het feit dat er ganzen neer worden geschoten nabij de Lage Vuchtpolder. Dit nota bene in het broedseizoen in de  natuur. Een van de geschoten ganzen leek deze brute moord te overleven, maar met een afgeschoten poot viel het dier in een tuin van een bewoner. De bewoner schrok zich rot en ontfermde zich over het dier. Het dier bloedde en had onvoorstelbare pijn. Helaas  overleed het dier op de schoot van deze bezorgde bewoner. Als Partij voor de Dieren walgen wij van praktijken als deze, waarbij niet alleen sprake is van extreem dierenleed, maar ook een enorme nalatigheid van jagers gedurende het broedseizoen en de verschrikkingen voor bewoners die dit mee moeten maken. Hierover stellen wij de volgende vragen:

1. Is het college bekend met voorbeelden als deze, waarbij ganzen een vreselijke dood sterven in het zicht van geschrokken bewoners? Walgt ook het college van de nalatigheid van jagers voor zowel dier als mens?

    

2. Is het college zich er bewust van dat er wordt geschoten op vogels, in het bijzonder ganzen, tijdens het broedseizoen in een natuurgebied als de Lage Vuchtpolder waar talloze vogels zijn? 
   A. Zo ja, hoe kan zij dit laten gebeuren?
   B. Wat doet zij om dit tegen te gaan?
   C. Hoe verhoudt deze jacht op ganzen zich tot de provinciale ontheffingen voor het schieten op ganzen, waartegen de Partij voor de Dieren Breda zich al eerder heeft uitgesproken?
    

3. Op basis waarvan is in Breda toestemming verleend voor het doden van ganzen tijdens het broedseizoen?
   A. Kan het college aantonen dat er daadwerkelijk voldaan is aan alle wettelijke voorwaarden, zoals vastgelegd in de Wet natuurbescherming,
   B. Hoe wordt er gecontroleerd of deze voorwaarden met zorg en respect worden nageleefd, en
   C. Wie controleert of deze voorwaarden daadwerkelijk in de praktijk worden nageleefd, en hoe wordt de handhaving hiervan gewaarborgd?
   D. Welke alternatieven voor afschieten van ganzen als ‘faunabeheer’ in de Lage Vuchtpolder heeft het college onderzocht? Heeft u hierbij organisaties als West Brabantse Vogelwerkgroep en/of Natuurplein de Baronie geraadpleegd?
   E. Wie is verantwoordelijk voor het voorkomen van deze wrede, ondoordachte praktijken?

    

4. Is men op de hoogte dat niet ‘elk schot raak is’ en hoe er gehandeld wordt in deze, zoals per dit praktijkvoorbeeld aangegeven? En wat doet de gemeente Breda om dit leed te voorkomen?

    

5. Heeft de gemeente Breda mensen ingehuurd voor faunabeheersing? 
   A. Zo ja, neemt de gemeente haar verantwoordelijkheid voor het mishandelen en mutileren van dieren?

    

6. Zijn omwonenden vooraf geïnformeerd over jachtactiviteiten die plaatsvinden in hun directe leefomgeving, waarbij zij geconfronteerd kunnen worden met dodelijk geweld in hun achtertuin? 
   A. Zo nee, waarom niet? 
   B. Welke verantwoordelijkheid neemt het college in het feit dat bewoners zich onveilig voelen, zonder hen te voorzien van de noodzakelijke informatie? 
   C. Wat doet het college om de veiligheid en het welzijn van bewoners te waarborgen wanneer dergelijke wrede jachtactiviteiten plaatsvinden in de buurt van woningen?
   D. Is er enige bescherming voor hen die onverwacht geconfronteerd worden met het verlies van een dier in hun eigen tuin?

    

7. Het schieten van dieren tijdens het broedseizoen in een natuurgebied als de Lage Vuchtpolder geeft enorm veel stress onder dieren (waar niet op geschoten wordt). Is de gemeente ervan bewust dat hier dieren onder lijden en dat dit ten koste gaat van talloze broedvogels zoals rodelijstsoorten als de kievit?

    

8. In het kader van de komende dierenwelzijnsnota, vindt het college het acceptabel dat er dieren kapotgeschoten worden, lees, buiten onnodig sterven ook nog eerst onnodig lijden?

    

9. Is het afschieten van dieren tijdens het broedseizoen überhaupt in lijn met onze waarden over dierenwelzijn binnen de kaders van de komende dierenwelzijnsnota?

Met vriendelijke groet,

Partij voor de Dieren Breda