Naleven APV

We stellen de raad voor om het volgende besluit te nemen:

We stellen vast dat:

• de gemeente Breda eigenaar is van het overgrote deel van de waardevolle bomen in onze stad; • sinds 2016 geen kapverbod meer geldt voor bomen in Breda;
• tegenover het afschaffen van het kapverbod een regeling ter bescherming van waardevolle bomen is opgenomen in Hoofdstuk 4, afdeling 3 van de APV onder de titel “het bewaren van houtopstanden”;
• het college van B&W op grond van artikel 4:11 van de APV in bijzondere omstandigheden ontheffing mag verlenen van het kapverbod van waardevolle bomen;
• het college op grond van de APV onder meer verplicht is om slechts in zeer bijzondere situaties ontheffingen van het kapverbod te verlenen en steeds de herplantregeling uit de APV toe te passen; • tegenover de kap van een waardevolle boom het toepassen van de herplantregeling uit de APV verplicht is;
• gebleken is dat de APV op bovenstaande punten door het college op verschillende onderdelen niet altijd correct is toegepast/uitgevoerd en het college heeft aangegeven op momenten bewust af te wijken van de door de raad vastgestelde APV;

We hebben nagedacht over en houden er rekening mee dat:

• iedereen in Breda gehouden is zich aan de regels zoals opgenomen in de APV te houden, ook de gemeente en haar bestuursorganen – met name het college – zelf;
• wij de waardevolle bomen in onze stad dermate belangrijk vinden dat wij van menig zijn dat met name op het vlak van die waardevolle bomen strikt de hand moet worden gehouden aan de door de raad vastgestelde regels in de APV;

We geven het college opdracht om:

• de regels zoals die op dit moment in Hoofdstuk 4, afdeling 3 van de APV zijn opgenomen onder de titel “het bewaren van houtopstanden” ten volle en correct na te leven, zowel in de hoedanigheid van vergunningverlenend orgaan als wanneer de gemeente zelf eigenaar is van houtopstanden. Dit hebben we besloten in de openbare vergadering van 26 januari 2023.