Laat maar waaien

We stellen de raad voor om het volgende besluit te nemen:

We stellen vast dat:

• Bladblazers op fossiele brandstoffen vervuilende stoffen uitstoten, wat zowel slecht is voor het milieu als ongezond voor de gebruikers van de bladblazer en omstanders;
• Bladblazers op fossiele brandstoffen voor geluidsoverlast zorgen en het gevaar van slechthorendheid n.a.v. lawaai voor reinigingsmedewerkers met zich meebrengen;
• Bladblazers op fossiele brandstoffen in tijden van hitte nog meer smog produceren;
• Er duurzame alternatieven bestaan, zoals de elektrische bladblazer;
• Bladblazers blad verwijderen, ook waar het niet nodig is, waardoor het bodemleven minder in staat is om water en voedingsstoffen vast te houden.

We hebben nagedacht over en houden rekening met:

• Dat we in Breda achterblijven met het behalen van de klimaatdoelstellingen;
• Dat de gemeente een voorbeeldfunctie kan vervullen door zelf af te stappen van bladblazers op fossiele brandstoffen en daarmee burgers inspireren om hetzelfde te doen;
• Dat de aanwezigheid van bladeren goed is voor insecten, egels, muizen en andere dieren en de biodiversiteit (in tien jaar zijn de helft van de egels verdwenen in Nederland);
• Dat gespecialiseerde organisaties zoals de Vogelbescherming zich uitspreken tegen het gebruik van bladblazers;
• Dat de publieke opinie omtrent bladblazers, mede geïnspireerd door het populaire televisieprogramma Zondag met Lubach het laatste jaar meer uitgesproken negatief is geworden en er zelfs petities voor volledige afschaffing van de bladblazer rondgaan;
• Dat verschillende Nederlandse steden, waaronder Nijmegen en onze buren in Duitsland en Vlaanderen, ons reeds voor zijn gegaan door de (benzine)bladblazer in de ban te doen.

We geven het college opdracht om:

• Het gebruik van de bladblazer op fossiele brandstof door het gemeentelijk afvalbedrijf in 2023 te stoppen en waar mogelijk te vervangen door elektrische alternatieven;
• Op de plekken waar geen overlast/gevaarlijke situaties ontstaan het blad te laten liggen zodat het bodemleven in de winter kan herstellen, waardoor de bodem beter bestand is tegen droogte en wateroverlast, en de dieren kunnen schuilen en nesten.

Dit hebben we besloten in de openbare vergadering van 1 december 2022.