Plan dier­vrien­de­lijke vermin­dering broei­kas­gassen landbouw

Medeondertekenaar: Inge Verdaasdonk (SP Breda)

We stellen de raad voor om het volgende besluit te nemen:

We stellen vast dat:

• het college een conceptbegroting voor 2024 heeft gepresenteerd;
• op pagina 271 van de conceptbegroting een belangrijk probleem wordt aangeduid: broeikasgassen uit de landbouw, daarbij is een diagram te zien waarin voor 2019 cijfers zijn weergegeven en een streven voor 2025:
  
  
• niet is weergegeven dat tussen het gemeten staafje van 2019 en het geprognosticeerde staafje van 2025 nog een staafje hoort dat veel hoger is dan dat van 2019 (boven de 90 kiloton per jaar), waardoor het diagram een volstrekt verkeerd beeld aan de raad geeft.¹

We hebben nagedacht over en houden er rekening mee dat:

• broeikasgassen in de huidige hoeveelheden en verhoudingen een serieuze bedreiging vormen voor het welzijn van Bredanaars en Nederlanders in het algemeen, omdat de opwarming van de aarde in het bijzonder ons land en al haar (toekomstige) leven bedreigt;
• de landbouw en met name de bio-industrie in Breda verantwoordelijk zijn voor ca. 10% van de uitstoot van broeikasgassen in Breda, maar dat er in de klimaatbegroting maar 1,6% van de beschikbare middelen gaat naar dit thema;
• het dierenwelzijn in deze sectoren ook onder druk staat en maatregelen op dit vlak vaak ten koste gaan van dierenwelzijn;
• de doelen op het gebied van reductie van landbouwbroeikasgassen steeds verder uit beeld raken.

We vinden dat:

• de gemeente Breda veel te weinig aandacht, tijd, mensen en middelen vrijmaakt om de uitstoot van broeikasgassen uit de landbouw, met name Co2 en methaan, uit de veehouderij drastisch terug te dringen;
• het consequente antwoord van het college dat ze denkt dat we daar als gemeente weinig in kunnen doen, niet onderbouwd en niet bevredigend is;
• de gemeente wel degelijk beleidsmiddelen heeft, of dat nu aan de harde juridische en dwingende kant is of juist aan de zachtere verleidende kant om ervoor te zorgen dat er minder uitstoot uit de lokale landbouw komt waarbij te denken valt aan wegbestemmen, en beleid dat bio-industrie weert enderzijds, maar ook aan het bieden van perspectief en toekomst aan partijen die overwegen te stoppen met de intensieve veehouderij;
• het aan de gemeente is om minstens precies te onderzoeken hoe ze dit probleem, op diervriendelijke wijze, aan kan pakken en vervolgens middelen vrij te maken om op dit punt de noodzakelijke acties te ondernemen;

We dragen het college op om:

• een onderzoek te doen naar de precieze beleidsmiddelen in de breedste zin van het woord - en uitdrukkelijk ook beleidsmiddelen die ondernemers verleiden andere keuzes te maken - die de gemeente heeft om de uitstoot van broeikasgassen uit de landbouw fors terug te dringen, waarbij aandacht is voor de effecten van de maatregelen op dierenwelzijn;
• uiterlijk in kwartaal 2 van 2024 de resultaten van dat onderzoek te presenteren aan de raad.

Dit hebben we besloten in de openbare vergadering van 9 november 2023.

¹ www.klimaatmonitor.nl de website waar het college ook haar informatie vandaan zegt te halen (zie de jaarrekening 2022).