Vragen Zwanen in Breda

Indiendatum: 12 sep. 2023
Antwoorddatum: 2 okt. 2023

Naar aanleiding van de door u gestelde vragen ex art.9 RvO inzake bovenvermeld onderwerp delen wij u het volgende mede.

Vraag 1.
Bent u bekend met deze nieuwe ontheffing die het voor de plaatselijke WBE’s mogelijk maakt om in het kader van schadebestrijding een slachting aan te richten onder de lokale zwanen populaties?

Antwoord 1.
Ja, wij zijn er van op de hoogte dat de knobbelzwaan onder voorwaarden bejaagd mag worden in WBE de Amerkant waar het noordoostelijke deel van Breda onder valt.

Vraag 2.
Hoe gaat het college er mee om als zij signalen opgevangen vanuit de gemeente dat er overlast wordt ervaren als gevolg van zwanen?

Antwoord 2.
Dit hangt af van de exacte casuïstiek en de precieze overlast en is maatwerk.

Vraag 3.
Hoe kijkt u er tegenaan dat wij in het bestuursakkoord met elkaar hebben afgesproken om als Breda pal achter de bescherming van dieren te staan. Heeft u bezwaar ingediend tegen deze ontheffing vanuit de provincie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3.
Wij hebben geen bezwaar ingediend en worden ook niet standaard geïnformeerd door de provincie wanneer bepaalde soorten bejaagbaar worden gesteld. Wij vertrouwen op de zorgvuldige besluitvorming binnen de provincie en zien hierin om deze reden geen taak voor ons zelf neergelegd.

Vraag 4.
Jachtrechten berusten bij de eigenaar van de grond; bent u voornemens toe te staan dat er zwanen op of vanaf gronden van de gemeente worden doodgeschoten?

Antwoord 4.
Binnen WBE De Amerkant zijn vooral de gronden van de Lage Vuchtpolder interessant voor knobbelzwanen. De gemeente heeft hier natuurgebieden in eigendom. Binnen gemeentelijke natuurgebieden, waaronder die in de Lage Vuchtpolder, is de jacht op inheemse soorten niet toegestaan.

Vraag 5.
Alle dode en/of gedode dieren dienen conform de door de Faunabeheereenheid Noord-Brabant vastgestelde wijze te worden geregistreerd, gebeurt dit ook binnen onze gemeente? Zo ja, kunt u de raad periodiek op de hoogte houden van alle gedode dieren waar een ontheffing voor is verleend?

Antwoord 5.
De gemeente heeft geen rol met betrekking tot de jacht buiten haar eigen gronden en is dus niet op hoogte van de geschoten dieren binnen de gemeente. Doordat de invloed van de gemeente zo beperkt is achten wij het niet zinvol om inzet te plegen op het maken van overzichten van gedode dieren.

Vraag 6.
Bent u het met ons eens dat door middel van jacht het ecosysteem verstoord wordt?

Antwoord 6.
Op deze vraag is geen eenduidig antwoord te geven doordat binnen de jacht de casuïstiek en daarmee de impact op het ecosysteem enorm verschilt.

Vraag 7.
Bent u het met ons eens dat jacht geen oplossingen, maar juist nieuwe problemen en onnodig dierenleed veroorzaakt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7.
Jacht is een instrument in het kader van natuurbeheer. De afweging of dit instrument wordt ingezet ligt bij de provincie.

Vraag 8.
Wat heeft u nodig om bij de provincie te pleiten voor het stoppen met het verlenen van een ontheffing?

Antwoord 8.
Zie antwoord op vraag 3.

Vraag 9.
In Zuid-Holland is onlangs door de Raad van State een dikke streep gezet door een vergelijkbare ontheffing om zwanen te mogen schieten.2 Bent u bereid op zijn minst ervoor zorg te dragen dat op Bredaas grondgebied geen zwaan geschoten wordt tot duidelijk is of de ontheffing in Noord-Brabant stand houdt?

Antwoord 9.
Voor zover na te gaan zijn er de afgelopen jaren geen ontheffingen verleend voor bejaging van knobbelzwanen binnen Breda (jaarverslagen 20-21 en 21-22 WBE Noord-Brabant). Wij achten de kans op zwanenjacht in Breda dan ook zeer gering temeer daar de Lage Vuchtpolder door de natuurontwikkeling (verschraling) steeds minder interessant wordt voor foeragerende zwanen. Bovendien hebben wij het volste vertrouwen dat de Provincie in deze als bevoegd gezag er voor zorg draagt dat de jacht op een verantwoorde en terughoudende manier wordt uitgevoerd waarbij eerst andere middelen zoals verjagen worden ingezet voordat tot jacht wordt overgegaan.

Vraag 10.
Bent u het met ons eens dat door het landschap anders - dat wil met name zeggen diverser - in te richten een groot deel van de bovengenoemde schade voorkomen zou kunnen worden.

Antwoord 10.
Ja, door minder intensief beheerde agrarische graslanden en daarmee minder beschikbaar eiwitrijk voedsel zullen meer zwanen in strenge winters een vroegtijdige natuurlijke dood sterven of met een mindere conditie aan het broedseizoen beginnen waardoor kleinere populaties met minder snel overlast en landbouwschade ontstaan.